Medische Encyclopedie – Apotheek Parkzoom – Bergschenhoek

Apotheek Parkzoom

Apotheek Parkzoom

Apotheek Parkzoom in Bergschenhoek biedt u de beste service voor al uw zelfzorgmiddelen en geneesmiddelen op recept. Door persoonlijke aandacht en een goede samenwerking met huisartsen in de buurt, bieden wij u zorg op maat bij uw medicijngebruik.

Inschrijven
Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

ADHD bij kinderen

Wat is adhd bij kinderen?

Bij ADHD heeft uw kind moeite met opletten. Ook is uw kind drukker en doet het vaker dingen zonder na te denken dan andere kinderen die even oud zijn.

Door het gedrag zijn er problemen op meer plaatsen, zoals thuis, op school, op clubjes of met andere kinderen.
De problemen duren langer dan een half jaar.
Het gedrag en de problemen zijn er al voordat uw kind 12 jaar is.

Sommige kinderen met ADHD zijn niet druk, maar hebben alleen moeite met opletten. Zij zijn vaak stil en dromerig. Dit wordt soms ADD genoemd (dus zonder de H van hyperactief), maar dit is geen officiële naam.

ADHD is de afkorting van Attention-Deficit Hyperactivity Disorder.

We weten niet waar ADHD door komt. Wel is duidelijk dat het in sommige families vaker voorkomt dan in andere.

Sommige mensen denken dat ADHD komt door wat iemand eet. Bijvoorbeeld door veel suiker of kleurstoffen. Hier is veel onderzoek naar gedaan. Waarschijnlijk komt ADHD niet door wat iemand eet. 

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Elk kind is anders, ook elk kind met ADHD. Hieronder staan adviezen die bij alle kinderen goed kunnen werken, met of zonder ADHD.

Het is belangrijk deze tips tijdens de hele behandeling te blijven gebruiken.

Altijd dezelfde regels
  • Zorg dat u altijd dezelfde regels heeft voor uw kind.
  • Zorg ook dat u en uw partner of ex-partner dezelfde regels hebben.
Vaste tijden en plaatsen
  • Laat uw kind op vaste tijden opstaan en naar bed gaan. En op een vaste tijd eten.
  • Eet op een vaste plaats: niet de ene keer aan tafel en de andere keer op de bank.
  • Zorg dat alle spullen een vaste plaats hebben.
Duidelijk zijn
  • Vertel elke ochtend aan uw kind wat de planning is. Wat gaat u doen vandaag? En wat gaat uw kind doen? Gebruik hierbij plaatjes, een schrift of schrijfbord.
  • Zeg dingen op een duidelijke manier: gebruik korte, duidelijke zinnen en woorden.
Belonen bij goed gedrag

Beloon goed gedrag direct. Belonen werkt beter dan straffen.

  • Belonen doet u met een compliment of een knuffel.
  • Doe dit meerdere keren op een dag.
  • Soms helpt het om ook iets extra’s te doen. Iets wat uw kind leuk vindt. Bijvoorbeeld een sticker geven, een verhaal voorlezen, een spelletje doen of even televisie kijken.
Afspraken over wat wel en niet mag
  • Bespreek met uw kind wat niet mag. En wat er gebeurt als uw kind het toch doet.
    Doet uw kind iets wat niet mag? Zeg dan meteen wat het gevolg is.
  • Maak afspraken en zet ze op papier. Maar maak er niet te veel tegelijk. Begin met de belangrijkste.
Positief omgaan met uw kind

Ga op een positieve manier met uw kind om.
Kinderen vinden het fijn om te horen wat ze goed doen en om aangemoedigd te worden. Dat geeft uw kind zelfvertrouwen.

Veel bewegen

Laat uw kind veel bewegen. Dat kan door uw kind klusjes te laten doen waarbij het kan bewegen. Of zoek een sport of activiteit met veel beweging.

Begrijpen wat door de ADHD komt
  • Soms kan het lijken alsof uw kind expres iets doet wat niet mag. Of expres niet luistert.
    Maar vaak is dat niet zo. Zeg dus niet: ‘Dat deed je zeker expres’. Als uw kind het niet expres heeft gedaan, zal het boos en verdrietig reageren. Want uw kind krijgt de schuld van iets terwijl het iets goeds wilde doen.
    Boos gedrag van uw kind kan ervoor zorgen dat u ook boos wordt. En daar kan uw kind weer boos en verdrietig van worden.
  • Als uw kind iets moeilijk vindt, kan het lastiger zijn om de aandacht erbij te houden. Ook bij opdrachten die te makkelijk zijn, kan dat lastiger zijn voor uw kind.
  • Niet alles gaat meteen goed. Kinderen met ADHD hebben vaker uitleg en meer herhaling nodig dan anderen.
Letten op wat goed gaat

Kijk naar de dingen die wél goed gaan, bij uw kind en bij u zelf.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Bel direct uw huisarts of de huisartsenpost als uw kind ADHD-medicijnen slikt en 1 of meer van deze klachten heeft:

  • heftige hoofdpijn, minder kracht, een verlamd gevoel of niet goed meer kunnen zien, bewegen of praten
  • schokken met armen en benen (trekkingen)
  • bang zijn, zich raar voelen, in de war zijn of stemmen horen of dingen zien die er niet zijn
  • blijven overgeven, blijven trillen, een snelle hartslag hebben

Deze klachten kunnen komen door te veel ADHD-medicijnen.

Maak een afspraak met de huisarts of kinderpsychiater in deze situaties:

  • U merkt dat uw kind ook andere psychische problemen heeft, zoals:
    • vaak bang zijn
    • somber zijn
    • vaak erg boos worden
    • agressief reageren
    • opeens bewegingen maken (tics)
  • U kunt het niet goed meer aan thuis.
  • U maakt zich zorgen over uw kind of uw gezin.
  • Uw kind gebruikt ADHD-medicijnen en heeft last van bijwerkingen zoals:
    • vaak geen zin in eten
    • slecht slapen
    • hoofdpijn
    • buikpijn

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Medicijnen voor ADHD zijn hulpmiddelen; de aandoening verdwijnt er niet door. Wel zullen de klachten minder extreem zijn, waardoor bijvoorbeeld gedragstherapie beter werkt.

Stimulerende middelen
Hoe stimulerende middelen precies werken bij ADHD, is niet bekend. Toch lijken ze positief te werken bij mensen met ADHD. Dat komt doordat ze ervoor zorgen dat er meer dopamine en noradrenaline in de hersenen vrijkomen. Daardoor is het makkelijker om de aandacht vast te houden. Voorbeelden zijn methylfenidaat, dexamfetamine en lisdexamfetamine.

Atomoxetine
Hoe atomoxetine werkt bij ADHD is niet precies bekend. Het zorgt ervoor dat noradrenaline sterker werkt. Noraderaline is een stof in de hersenen die waarschijnlijk een rol speelt bij het kunnen vasthouden van de aandacht en concentratie.

Clonidine
Hoe clonidine werkt bij ADHD is niet precies bekend.

Guanfacine
Hoe guanfacine werkt bij ADHD is niet precies bekend.

Nortriptyline
Hoe nortriptyline werkt bij ADHD, is niet precies bekend. Nortriptyline regelt in de hersenen de hoeveelheid natuurlijk voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemmingen en emoties.

Terug naar overzicht