Medische Encyclopedie – Apotheek Parkzoom – Bergschenhoek

Apotheek Parkzoom

Apotheek Parkzoom

Apotheek Parkzoom in Bergschenhoek biedt u de beste service voor al uw zelfzorgmiddelen en geneesmiddelen op recept. Door persoonlijke aandacht en een goede samenwerking met huisartsen in de buurt, bieden wij u zorg op maat bij uw medicijngebruik.

Inschrijven
Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

oxcarbazepine

Oxcarbazepine is een middel tegen epilepsie. Het beïnvloedt de informatieoverdracht via de zenuwen in de hersenen.

Artsen schrijven het voor bij epilepsie en soms bij zenuwpijn.

Wat doet oxcarbazepine en waarbij gebruik ik het?

Epilepsie

Er zijn verschillende vormen van epilepsie. Bij veel vormen is sprake van epileptische aanvallen waarbij men het bewustzijn verliest en de spieren verkrampen. De spierschokken kunnen meer of minder hevig zijn. Soms zijn er geen spierschokken en is men alleen een paar seconden afwezig (absences).
Er zijn ook lichtere aanvallen zonder bewusteloosheid. Daarbij voelt u alleen tintelingen in een arm, hoort of ziet u dingen die er niet zijn, of zijn er lichte bewegingen (friemelen, smakken) merkbaar.

Oorzaak
Bij een aanval van epilepsie verloopt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen niet goed. Prikkels in de hersenen kunnen hierdoor epileptische aanvallen veroorzaken.

Epilepsie kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld: zuurstofgebrek tijdens de geboorte, een hersenvliesontsteking, een ongeval, een beroerte of (zelden) een hersentumor. Bij een bepaalde vorm van epilepsie kunnen lichtflitsen (TV, computergames, discolicht) een aanval uitlokken. Meestal is de oorzaak echter onbekend en is er sprake van aanleg. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan maar begint meestal op de kinderleeftijd.

Behandeling
Er zijn verschillende medicijnen tegen epilepsie. Bij de keuze van een medicijn voor de behandeling van epilepsie volgt uw arts meestal een schema, waarbij medicijnen in een vaste volgorde worden uitgeprobeerd. Artsen schrijven oxcarbazepine voor als een ander epilepsiemedicijn, namelijk carbamazepine, te veel bijwerkingen heeft of niet gebruikt kan worden. Het kan alleen of in combinatie met andere epilepsiemedicijnen worden gebruikt.

Werking
Oxcarbazepine beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren. Hierdoor helpt het bepaalde epilepsieaanvallen te voorkomen.

Effect
Het werkt niet bij iedereen. Na een aantal weken zal duidelijk zijn of het medicijn voldoende werkt. U merkt dat doordat epilepsieaanvallen minder vaak optreden en minder heftig zijn of helemaal verdwijnen.

Lees meer over epilepsie . “

Zenuwpijn

Verschijnselen
Bij zenuwpijn voelt u heftige pijnschokken met een zeer scherpe, stekende of constant brandende pijn. De pijn is continu aanwezig of kan opkomen na slechts een lichte aanraking. Het betreft vaak één specifiek deel van het lichaam, zoals een deel van het gezicht, een deel van de romp, of een voet of arm.

Oorzaak
De oorzaak van zenuwpijn ligt bij de gevoelszenuwen. Deze versturen ‘berichten’ over aanrakingen en verwondingen naar de hersenen. Beschadigde of geïrriteerde zenuwen versturen deze berichten onjuist. Uw hersenen voelen hierdoor heftige pijn, zonder dat er van een verwonding sprake is.

Behandeling
Omdat bij zenuwpijnen de oorzaak van de pijn ligt bij de betrokken gevoelszenuw, hebben gewone pijnstillers meestal weinig effect. Oxcarbazepine kan helpen bij zenuwpijn die in aanvallen optreedt, zoals trigeminus-neuralgie (aangezichtspijn).


Werking
Oxcarbazepine wordt oorspronkelijk gebruikt als middel tegen epilepsie. Bij deze toepassing bleek dat het ook zenuwpijnen verminderde. Dit pijnstillende effect komt op een andere manier tot stand dan de werking tegen epilepsie.

Oxcarbazepine werkt vooral bij zenuwpijn die in aanvallen optreedt, zoals trigeminusneuralgie (aangezichtspijn).

Lees meer over zenuwpijn . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

Om de kans op bijwerkingen aan het begin van de behandeling te verkleinen, moet u starten met een lage dosering. De dosering wordt daarna geleidelijk opgebouwd.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en braken.

    Zelden buikpijn, diarree of verstopping. Misselijkheid kunt u voorkomen door het medicijn met wat voedsel in te nemen.

  • Slaperigheid, sufheid en vermoeidheid.

    De slaperigheid gaat meestal over als u een week lang dezelfde dosering gebruikt. Uw lichaam went er dan aan. Maar zolang de dosering nog wordt opgebouwd, kunt u last hebben van deze bijwerking.
    Voorkom ongelukken bij activiteiten thuis, op het werk en in het verkeer. Bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, apparaten bedient en op het werk iets bewaakt of controleert.

  • Hoofdpijn

  • Duizeligheid

    Zelden een draaierig gevoel.

  • Dubbelzien

    Zelden wazig zien en andere problemen met zien.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Psychische klachten, zoals depressieve gevoelens, stemmingswisselingen, opgewonden gevoel of juist sloom gevoel, verwardheid.

    In zeldzame gevallen zelfmoordgedachten. Overleg met uw arts, als u dit merkt.

  • Toename van gewicht.

  • Problemen met concentratie en geheugen.

  • Zwak gevoel

  • Trillende handen

  • Bewegingsstoornissen, zoals een onzekere gang bij het lopen.

  • Huiduitslag, acne (vettige huid met puistjes), haaruitval

    Zeer zelden galbulten. Huiduitslag en galbulten kunnen wijzen op overgevoeligheid (zie onder Zeer zelden: Overgevoeligheid). Raadpleeg dan uw arts.

  • Tekort aan natrium in het bloed. U merkt dat soms aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid, verminderde eetlust, braken en diarree.

    Waarschuw dan uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Verhoging van de bloeddruk, hartritmestoornissen. Raadpleeg uw arts bij hartkloppingen.
    Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartaandoening, hebben een grotere kans op hartritmestoornissen.

    Gebruik dit medicijn NIET als u dit syndroom heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel.

  • Spierpijn, pijn in de gewrichten.

  • Benauwdheid, moeite met ademhalen.

    Raadpleeg uw arts als u kortademig bent.

  • Verminderde werking van de nieren, ontsteking van de nieren. Als u minder gaat plassen, donkere urine plast of pijn in de rug of zij krijgt, moet u uw arts waarschuwen.

  • Ontsteking van de lever of alvleesklier. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, misselijkheid en een gele kleur van huid of oogwit moet u een arts waarschuwen.

  • Als u acute porfyrie heeft, een stofwisselingsziekte waarbij men aanvallen krijgt van buikpijn, braken, koorts en hartkloppingen: dit medicijn kan een aanval uitlokken.

    Geef aan de apotheker door dat u acute porfyrie heeft. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende middelen niet krijgt.

  • Minder rode of witte bloedcellen of bloedplaatjes in het bloed. Raadpleeg uw arts bij onverklaarbare vermoeidheid, een bleke huid en slijmvliezen, infecties die niet overgaan, koorts, keelpijn, blaasjes in de mond, blauwe plekken of bloedneuzen.

  • Na langdurig gebruik: botontkalking (osteoporose) en dunner en brozer worden van de botten.

    Hierdoor kunt u eerder een bot breken.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts.
    Zeer zelden kunt u benauwd of duizelig worden, flauwvallen of koorts krijgen. Of u kunt zwellingen krijgen in het gezicht, de lippen, mond en keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.
    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Ook kunt u rode of paarse bulten krijgen met opgezwollen klieren, een grieperig gevoel en zwelling van de lymfklieren. In al deze gevallen moet u onmiddellijk een arts waarschuwen of naar de Eerste-Hulpdienst gaan.
    Als u overgevoelig bent voor oxcarbazepine, mag u het niet meer gebruiken. Geef dit aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of erop lijkende medicijnen niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik oxcarbazepine gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merkanmen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze middelen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd zeker geen auto als u twee of meer van dergelijke middelen gebruikt.
  • Anticonceptiepil. Oxcarbazepine vermindert de betrouwbaarheid van de pil en de meeste andere hormoonbevattende anticonceptiemethoden. Hierdoor stijgt de kans op een zwangerschap. Overleg met uw arts of u een spiraaltje of de prikpil kunt gebruiken. Als dit niet mogelijk is, kunt u condooms gebruiken naast de pil tot en met 4 weken nadat u met oxcarbazepine bent gestopt.
    Ook de betrouwbaarheid van de morning-afterpil met levonorgestrel of ulipristal kan verminderd zijn. Dit geldt ook als u oxcarbazepine in de afgelopen 4 weken heeft gebruikt. Overleg hierover met uw arts..
  • De plasmiddelen bumetanide, chloortalidon, chloorthiazide, epitizide, furosemide, hydrochloorthiazide en indapamide. Bij combinatie van oxcarbazepine met een plasmiddel kunt u vooral tijdens de eerste 4 weken natriumtekort krijgen. Dat merkt u aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Oxcarbazepine vermindert de werking van onderstaande medicijnen. Overleg met uw arts voordat u een van deze medicijnen gaat gebruiken. Uw arts zal u eventueel een ander medicijn voorschrijven of de hoeveelheid van dit medicijn extra controleren. Het effect van oxcarbazepine op deze medicijnen kan nog enkele weken aanhouden nádat u bent gestopt met oxcarbazepine.

  • het afweeronderdrukkende medicijn ciclosporine;
  • andere epilepsiemedicijnen lamotrigine en perampanel;
  • de schildklierhormonen levothyroxine en liothyronine;
  • ulipristal, een medicijn bij vleesbomen in de baarmoeder.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals moe, duizelig, slaperig en verward zijn, dubbelzien, wazig zien en problemen met concentreren.

U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u 1 week dezelfde dosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen. Na 1 week dezelfde dosering gebruiken, zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Let op: als u epilepsie heeft, mag u vaak niet autorijden. Of u mag autorijden, hangt af van bepaalde keuringseisen. Overleg hierover met uw arts. Ook heeft het Epilepsiefonds meer informatie over het deelnemen aan het verkeer met epilepsie. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra slaperig worden. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

alles eten?
Er zijn geen beperkingen voor dit medicijn.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap

Bij epilepsie:
Bespreek met uw arts uw kinderwens, voordat u zwanger bent. Bent u al zwanger? Neem dan direct contact op met uw arts. Bij gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is er een grotere kans op aangeboren afwijkingen bij de baby. Maar een epilepsieaanval kan ook schadelijk voor de baby zijn. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Goede controle tijdens de zwangerschap is belangrijk. Soms is het nodig de hoeveelheid van het medicijn in het bloed te meten en de dosering aan te passen.

Gebruik in elk geval foliumzuur vanaf een maand voor het moment dat u zwanger wilt worden tot en met week 10 van de zwangerschap. U vermindert hiermee de kans op aangeboren afwijkingen.

Bij zenuwpijn:
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Dit medicijn is schadelijk voor de baby. Het kan aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaken. Overleg met uw arts of apotheker. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn dat wel veilig is tijdens de zwangerschap.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Dit medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht, maar dit is niet schadelijk voor de baby. U kunt veilig borstvoeding geven, als u de baby goed controleert op niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

Gebruikt u een combinatie van epilepsiemiddelen? Geef dan geen borstvoeding. Het blijkt dat combinaties van epilepsiemiddelen meer risico’s geven op bijwerkingen bij de zuigeling zoals niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Tabletten: innemen met een half glas water.
  • Drank: schud de fles om voor gebruik en meet de juiste hoeveelheid af met de doseerspuit uit de verpakking.

Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Bij misselijkheid kunt het medicijn tijdens of vlak na het eten innemen.
Als u het 2 keer per dag gebruikt: bij het ontbijt en avondeten.
Als u het 3 keer per dag gebruikt: bij ontbijt, lunch en avondeten.

Hoelang?

Epilepsie
U zult dit medicijn waarschijnlijk langdurig moeten gebruiken. Na enkele weken zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering.

Zenuwpijn
Het is belangrijk uw pijn al vóór de behandeling te noteren in een pijndagboek, door telkens ’s avonds bijvoorbeeld met een cijfer aan te geven hoe erg de pijn geweest is, en welke activiteiten u niet hebt kunnen doen door de pijn.

Als oxcarbazepine bij u werkt, kunt u het gebruiken zolang als nodig is. Werkt het na 1 tot 2 weken onvoldoende? Overleg dan met uw arts. De arts kan misschien de dosering aanpassen of een ander medicijn voorschrijven.

Terug naar overzicht